Afgelopen weken stond de media er vol mee: de avondklok. Op 16 februari 2021 diende de zaak bij de Haagse rechtbank, waarin Stichting Viruswaarheid de Nederlandse Staat daagde. Stichting Viruswaarheid is van mening dat de avondklok niet op de juiste juridische grondslag is gebaseerd. Zij vinden dat een zwaarwegende maatregel als de avondklok in de omstandigheden waarin we ons nu bevinden, niet door middel van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag (hierna: Wbbbg) mocht worden opgelegd. De Wbbbg mag enkel worden ingezet in noodsituaties, en daarvan is volgens Stichting Viruswaarheid geen sprake. Wanneer de Wbbbg als grondslag voor de avondklok wordt gebruikt, is een wetgevingstraject waarbij de Eerste- en Tweede Kamer vooraf worden betrokken niet nodig. De Staat voert het verweer dat het inzetten van de Wbbbg wel degelijk mag, nu er sprake is van een noodsituatie.  De voorzieningenrechter stelt Stichting Viruswaarheid in het gelijk en vindt dat de Staat niet voldoende kan motiveren waarom voor de weg van de Wbbbg is gekozen. Aangezien er al eerder over een avondklok is gesproken, vindt de rechter dat het instellen van de avondklok via een gewone wetgevingsprocedure had gemoeten. Om deze redenen werd de avondklok buiten werking gesteld.

 

De Staat was het niet eens met deze uitspraak en besloot in hoger beroep te gaan. Dit deed de Staat door het instellen van een zogenoemd ‘spoedappel’. Een spoedappel is een versnelde vorm van een hoger beroepsprocedure die alleen kan worden ingezet in kort geding zaken. Dit is een zeer uitzonderlijke vorm hoger beroep, die afgelopen jaren slechts enkele keren de revue passeerde.  In het spoedappel vroeg de Staat het gerechtshof om in deze zaak het vonnis van de voorzieningenrechter te schorsen tot de zaak in hoger beroep werd besproken. Hiermee beoogde de Staat de avondklok die avond toch nog te laten gelden. Tijdens deze zitting besloot Stichting Viruswaarheid de voorzitter van het Gerechtshof te wraken. Het wraken van een rechter is het verzoek doen om de rechter te laten vervangen door een andere rechter. Redenen hiervoor kunnen zijn dat er twijfel is aan de onpartijdigheid van de rechter of omdat er geen reactie mag worden gegeven tijdens de zitting. De voorman van Viruswaarheid, Willem Engel, vond dat de voorzitter van het hof moest te worden gewraakt, omdat hij niet de kans kreeg om zijn mening te uiten. Hieruit zou blijken dat de rechter vooringenomen was. De reden dat Engel het woord niet kreeg was, volgens de voorzitter, dat je in hoger beroep alleen uit monde van een advocaat mag spreken. Dit mocht niet rechtstreeks, zoals Engel deed. 

 

Het gevolg van deze wraking was dat er een wrakingskamer bijeen moest komen. Een wrakingskamer is een samenstelling van een aantal, vaak ervaren, rechters die beoordelen of het wrakingsverzoek terecht is. Totdat de wrakingskamer bijeen werd geroepen werd de zitting geschorst. De wrakingskamer, die overigens van huis moest komen, oordeelde diezelfde dag nog dat het wrakingsverzoek van Viruswaarheid ongegrond was. Hiermee kon het hoger beroep diezelfde avond nog doorgaan.  Om 20:30 uur kwam het hof met het besluit dat de uitspraak van de Haagse rechtbank dat de avondklok direct moet worden opgeheven, moest worden geschorst. Dit had ten gevolge dat de avondklok 16 februari 2021 toch nog gold.

 

Afgelopen vrijdag oordeelde het hof in hoger beroep inhoudelijk over het vonnis. In het hoger beroep wordt de zaak opnieuw beoordeeld. Opnieuw werd bekeken of de Staat de avondklok door middel van de Wbbbg mocht instellen of dat dit middels de gewone wetgevingsprocedure tot stand moest komen. Het hof besliste in dit geval dat de avondklok wel op grond van de Wbbbg mocht worden gebaseerd. Het hof baseert zijn besluit op de argumenten dat er sprake is van buitengewone omstandigheden door de corona-pandemie en dat de avondklok proportioneel is, nu er geen andere middelen voorhanden zijn. Het hof komt hiermee tot een andere conclusie dan de rechtbank, waardoor de avondklok voorlopig nog in stand blijft. Via de media heeft Stichting Viruswaarheid te kennen gegeven in cassatie te gaan bij de Hoge Raad. De Hoge Raad is Nederlands’ hoogste gerechtelijke instantie. Wanneer deze zaak zich aandient, is nog niet bekend.

 

Heeft u meer vragen over dit onderwerp, of onlangs dergelijke situatie meegemaakt waarover u juridisch advies wilt inwinnen? Neem gerust contact met ons op via de contactgegevens die op onze site staan vermeldt. Wij helpen u graag!