U kent het wel, op Facebook wordt een beeld gedeeld van de HEMA waar die nacht is ingebroken. Op deze beelden is te zien hoe twee verdachten een ruit ingooien en via dit ruit naar binnen klimmen. Vervolgens komen zij met twee volle zakken de winkel uit. De HEMA vraagt, via Facebook, aan u en anderen of iemand de daders kent. De vraag is of de HEMA deze beelden zomaar op Facebook mag delen. Een andere vraag die speelt is wanneer een burger bijvoorbeeld een vechtpartij filmt. Vervolgens plaatst hij of zij de beelden van de vechtpartij op Facebook en vraagt aan zijn of haar Facebook vrienden of iemand de verdachten kent. Mag deze burger deze beelden zomaar delen op Facebook?

 

Het maken van beelden in openbaar toegankelijke ruimtes zijn legale beelden. De vraag is alleen wat vervolgens door de burger of de HEMA met deze beelden wordt gedaan. Wanneer het beelden zijn van strafbare feiten waarop een verdachte is te zien, dan is bij het plaatsen van dit soort beelden de belangenafweging die een rol speelt. Deze belangenafweging ziet aan de ene kant op het recht op privacy en aan de andere kant op de vrijheid van meningsuiting. 

 

De hoofdregel is dat het verboden is om als burger of als bedrijf (zoals de HEMA) beelden van strafbare feiten publiekelijk te maken. Het is voor een burger en de HEMA wel mogelijk de beelden te delen met politie en/of justitie, bijvoorbeeld bij het doen van aangifte. Hierbij dient het te gaan om het vrijwillig geven van de beelden aan justitie. Justitie kan deze beelden vervolgens publiceren op grond van de voor hen geldende wettelijke kaders, bijvoorbeeld art. 22 lid 1 van de Auteurswet. In 2015 is een Wetsvoorstel gemaakt wanneer een burger of bedrijf wel beelden van strafbare feiten op internet zouden kunnen plaatsen. Dit Wetsvoorstel is in 2018 afgewezen. Het is dus anno 2020 niet mogelijk om beelden waarop een verdachte te zien is, door een burger of bedrijf, op internet te delen. Wanneer dit wel door een burger of bedrijf wordt gedaan, zorgt dit voor een inbreuk op de privacy van verdachte(n). De burger en de HEMA plegen hiermee een inbreuk op artikel 10 van de AVG. Een onderneming (zoals de HEMA) kan zelfs bij de onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens van strafrechtelijke aard een boete van maximaal 20 miljoen euro krijgen. 

 

Op het moment dat burgers deze beelden in hun bezit hebben en de vrijheid krijgen over het gebruik van deze beelden, kan de privacy van de verdachte niet langer worden gegarandeerd. Ook al zijn de meningen in de maatschappij hierover verdeeld, ook een verdachte heeft het recht op privacy. Het is in Nederland niet toegestaan dat burgers zich voordoen als ‘eigen rechter’ en daardoor zelf op onderzoek uit gaan.

 

Heeft u meer vragen over dit onderwerp, of onlangs dergelijke situatie meegemaakt waarover u juridisch advies wilt inwinnen? Neem gerust contact met ons op via de contactgegevens die op onze site staan vermeldt. Wij helpen u graag!